Desperate Scientists

Dutch researches exposed for what they are

‘Science is not an opinion’ says Professor Elise van de Putte in the NRC of 26 March and ‘research must meet strict criteria’. Research must meet strict criteria indeed. We should be able to rely on that. But unfortunately, that trust is damaged in these studies that have to prove that the special form of cognitive behavioral therapy would lead to improvement or even recovery for patients with … For which patients exactly?

That is a first point where these investigations fall short. In three of the five Dutch studies we analyzed (Twisk, Corsius, 2017) (1) (2), diagnoses have been mixed. This involves chronic fatigue and chronic fatigue syndrome or CFS. The third diagnosis of ME was not specifically examined. Subsequently, statements are made about the effect of this therapy on ME and CFS. That is a serious scientific shortcoming.

It is from scientific point of view a mortal sin that the definition of recovery is only determined after completion of the trial. However, this did happen during the FITNET study by Mrs Van de Putte (Ghatineh, Vink, 2017)(3).

The outcome measures, questionnaires, which the researchers use to determine whether patients improve or recover lead to a distorted impression. The researchers use outcome values that do not even come near to the outcomes of healthy people.

In one study, they declare patients have been recovered, while in other studies they say, base don the same values, patients are sick enough to enter the study.

The way in which the research has been carried out, not blinded, leads to a distorted picture from the very start. A known bias is that the patient wants to please the therapist which is reflected in his answers. Statistical errors have also been made.

Measures that give an objective picture of the patient’s situation have not been done, or they have been withheld or they have not been published until years later. These objective outcomes very clearly showed the treatment did not work.

In recent days, Van de Putte, Van der Meer, Bleijenberg and Knoop have been publishing and have been amply cited in Dutch national newspapers. A desperate offensive has been started. Their scientific status and the survival of their therapy is at stake.

In their urge to declare that the Health Council’s advice is flawed, they create the impression the other seven professional committee members were overpowered by the two committee members who brought in the patient’s perspective. How credible is that?

The fatigue scientists exhaust themselves in platitudes claiming their therapy really helps. However, that has not been substantiated by their scientific research.

In the meantime, friends Renckens and Keuter join in loudly, in a shrieking tone and without any underpinning for their claim ME is not a real disease but a figment of the patients mind.

But then again, having friends like these two, one does not need an enemy.

  1. http://www.oatext.com/pdf/GMO-1-117.pdf
  2. https://www.youtube.com/watch?v=W4io4-vJSNc
  3. http://www.mdpi.com/2076-328X/7/3/52/htm

Wanhopige Wetenschappers

Nederlandse onderzoeken door het ijs gezakt

‘Wetenschap is geen mening’ zegt professor Elise van de Putte in de NRC van 26 maart en ‘onderzoek moet aan strenge criteria voldoen.’ Inderdaad; onderzoek moet aan strenge criteria voldoen. Daar zouden we met zijn allen op moeten kunnen vertrouwen. Maar helaas wordt dat vertrouwen geschaad in juist die onderzoeken die moeten bewijzen dat de speciale vorm van cognitieve gedragstherapie zou leiden tot verbetering of zelfs herstel voor patiënten met… Voor welke patiënten precies eigenlijk?

Dat is een eerste punt waar deze onderzoeken tekortschieten. Bij drie van de vijf Nederlandse onderzoeken die wij analyseerden (Twisk, Corsius, 2017) (1)(2), worden diagnoses vermengd. Dat gaat om chronische vermoeidheid en chronisch vermoeidheidssyndroom ofwel CVS. De derde diagnose ME werd niet specifiek onderzocht. Vervolgens doet men wel uitspraken over de werking van deze therapie bij ME en CVS. Dat is een ernstige wetenschappelijke tekortkoming.

Het is een wetenschappelijke doodzonde dat de definitie van herstel pas na afronding van het onderzoek wordt vastgesteld. Toch is dat wel gebeurd bij het FITNET onderzoek van mevrouw Van de Putte (3).

De uitkomstmaten, vragenlijsten, die de onderzoekers gebruiken om te bepalen of patiënten verbeteren of herstellen geven een vertekend beeld. De onderzoekers gebruiken uitkomstwaarden die in de verste verte niet bij uitkomsten van gezonde personen in de buurt komen.

In het ene onderzoek verklaren ze patiënten hersteld, terwijl ze in andere onderzoeken patiënten met diezelfde waarden zo ziek vinden dat ze kunnen instromen in het onderzoek.

De manier waarop het onderzoek wordt uitgevoerd, niet geblindeerd, leidt op zichzelf al tot een vertekend beeld. Een bekende vertekenende factor is ook dat de patiënt met zijn antwoorden graag de behandelaar wil plezieren. Ook worden er statistische fouten gemaakt.

Metingen die een objectief beeld geven van de situatie van de patiënt zijn niet gedaan, of ze zijn achtergehouden of ze zijn pas jaren later gepubliceerd. Daaruit blijkt overigens dat die objectieve metingen heel duidelijk tegenspreken dat de behandeling helpt.

De afgelopen dagen waren er volop artikelen van Van de Putte, Van der Meer, Bleijenberg en Knoop in de pers te vinden. Een wanhoopsoffensief is ingezet. Hun wetenschappelijke status en het voortbestaan van hun therapie staat immers op het spel.

In hun ijver om te verklaren dat het advies van de Gezondheidsraad niet deugt, zetten zij de zeven collega commissieleden weg als een stelletje kleuters die zich hebben laten ompraten door de 2 commissieleden die het patiëntenperspectief inbrachten. Hoe geloofwaardig is dat?

De vermoeidheidswetenschappers putten zich uit in algemeenheden om te verklaren dat de therapie echt wel helpt. Dat wordt niet onderbouwd door hun wetenschappelijk onderzoek.

Intussen sluiten ook vrienden Renckens en Keuter aan die luid en zonder enige vorm van onderbouwing op schreeuwerige toon verklaren dat ME een ingebeelde ziekte is.

Met zulke vrienden heb je geen tegenstanders nodig.

  1. http://www.oatext.com/pdf/GMO-1-117.pdf
  2. https://www.youtube.com/watch?v=W4io4-vJSNc
  3. http://www.mdpi.com/2076-328X/7/3/52/htm

Wel eerlijk blijven ook al doet dat zeer!

Reactie op:

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/03/23/me-is-niet-puur-lichamelijk-a1596899

In hun artikel suggeren Knoop, Bleijenberg, Snoek en Van der Horst dat de werking van cognitieve gedragstherapie (CGT) is bewezen. De onderzoeken die de werking van deze therapieën zouden moeten onderbouwen zijn de afgelopen twee jaar echter genadeloos door het ijs gezakt. De PACE-trial is geanalyseerd volgens het oorspronkelijke protocol en blijkt niet tot reële resultaten te leiden (zie 1).

Onze analyse van 5 Nederlandse onderzoeken van Radboud UMC/NKCV toont aan dat die ernstige tekortkomingen vertonen en geen bewijs leveren dat CGT met een opbouwend programma effectief zou zijn (zie 2). Ook de recente publicatie over effectiviteit van CGT via internet vormt geen bewijs (zie 3). Er blijft dus verdraaid weinig bewijsmateriaal over.

Ondanks het feit dat deze onderzoekers anders beweren is de veiligheid van CGT nooit goed door hen onderzocht. Er is geen onderzoek gedaan naar de soms grote aantallen uitvallers in hun onder-zoeken.

De afgelopen twintig jaar zijn er nauwelijks biomedische onderzoeken geweest. Onderzoeken naar CGT des te meer. De verdeling van de onderzoeksgelden was een onderwerp bij het radioprogramma Argos (zie 4).

  1. https://doi.org/10.1186/s40359-018-0218-3
  2. http://www.oatext.com/pdf/GMO-1-117.pdf
  3. https://www.cambridge.org/core/journals/the-british-journal-of-psychiatry/article/efficacy-of-webbased-cognitivebehavioural-therapy-for-chronic-fatigue-syndrome-randomised-controlled-trial/5D0DAAB8740D23688778FD2239317101#fndtn-comments
  4. https://www.vpro.nl/argos/lees/nieuws/2017/Schimmige-praktijken-bij-ZonMw.html

Waarom op de man en niet op de bal meneer Renckens?

Reactie op https://kloptdatwel.nl/2018/03/21/me-cvs-en-de-rest-problematische-ziektebeelden-blijven-om-aandacht-vragen/

Meneer Renckens maakt zich kwaad over het gegeven dat een ziektebeeld, dat volgens zijn inzichten helemaal niet bestaat, nu erkend wordt in het rapport van de Gezondheidsraad van 19 maart 2018. In zijn commentaar met de titel ME/CVS en de rest: problematische ziektebeelden blijven om aandacht vragen” begint hij bij PUR-schuim en eindigt hij bij Molière. Daartussenin verwijt hij de patiënten, “lijders” in zijn woorden, dat ze aan een ingebeelde ziekte lijden. Hij verwijt de commissie ME van de Gezondheidsraad dat men onvoldoende onderbouwd de ziekte bevestigt. Op 6 november 2017 ventileerde hij ook zijn mening over dit onderwerp. Ook toen speelde hij op de man en niet op de bal.

Waarom speelt hij op de man en niet op de bal? Wel, de bal is er niet!

Voor zijn stellige uitspraken geeft hij geen enkele wetenschappelijke onderbouwing. Het zijn derhalve slechts overtuigingen. Met overtuigingen komen we helaas niet verder, met gedegen onderzoek wel. En daar wringt de schoen. Het ontbreekt ten enenmale aan gedegen onderzoek en aan verantwoorde bewijsvoering als het gaat om het biopsychosociale model als uitgangspunt bij ME en CVS. Aan de hand van passages uit de tekst van de heer Renckens zal ik dat toelichten.

De kern van zijn betoog is te vinden in de volgende teksten:

1. Met deze catastroferende en medicaliserende benadering – ‘multisysteemziekte’! –    zullen maar weinig lijders afstand gaan doen van dit syndroom,

Renckens heeft de overtuiging dat “lijders” afstand kunnen doen van dit syndroom. Volgens hem is feitelijk niets aan de hand anders dan onterechte ziektegedachten (False Illness Beliefs) van de “lijders”. Hij vermijdt het woord patiënten. De hele theorie van de False Illness Beliefs is nooit bewezen. Sterker nog; op basis van de eigen onderzoeken van de onderzoeksgroep rond het NKCV/Radboud UMC[1] (tegenwoordig ondergebracht bij VU/AMC) kunnen we constateren dat de bevindingen het veronderstelde mechanisme zelfs tegenspreken. Professor Jason probeerde met zijn onderzoeksgroep[2] tot tweemaal toe die werking te repliceren en kwam tot de bevinding dat er geen bewijs voor de theorie van de False Illness Beliefs te vinden is: Findings were generally inconsistent with the cognitive behavioral model of CFS. Case definition fulfillment significantly moderated the relation between activity level and physical impairment (β = –0.08, p = 0.03); individuals who met more stringent case definitions demonstrated a weaker relation between activity level and impairment.

     2. (dit syndroom) waarvoor overigens nog nooit een goede definitie is gegeven.

Daar heeft Renckens een punt. In de loop van de tijd zijn er diverse definities en criteria opgesteld die onderling nogal verschillen en die gedeeltelijk overlappende of elkaar uitsluitende patiëntgroepen beschrijven. In veel onderzoeken zoals in de PACE-trial en een aantal Nederlandse onderzoeken zijn de ME en CVS patiënten vermengd met mensen die lijden aan chronische vermoeidheid en dat is een wezenlijk andere groep dan mensen met ME of CVS. Dat betekent ook dat er uit die onderzoeken geen conclusies kunnen worden getrokken over ME en CVS. Toch is dat wel gebeurd[3].

     3. Men volstaat met lijstjes van symptomen en indien men er daarvan voldoende aanvinkt, dan telt men als patiënt.

Zoals de heer Renckens waarschijnlijk wel weet zijn er andere erkende ziekten die op die wijze worden gedianosticeerd: ‘De diagnose van de ziekte van Parkinson kan tijdens het leven niet met 100% zekerheid gesteld worden. De vaststelling wordt door een neuroloog gedaan op basis van de uiterlijke verschijnselen bij onderzoek in de spreekkamer.’ [4]

Op basis van deze simpele voorstelling van zaken door de heer Renckens zou men kunnen denken dat er geen fysiologosche kenmerken zijn die patiënten met ME duidelijk onderscheiden van andere mensen. Die zijn er wel degelijk. Daarvoor moet men helaas wel diepgaandere onderzoeken gebruiken dan in gangbare lab-onderzoeken in Nederland. Er zijn evidente afwijkingen gevonden in het celmetabolisme

     4. Ook is er nog maar weinig over van het optimisme over de resultaten van CGT bij dit syndroom en een viertal commissieleden wil er zelfs helemaal vanaf. De naar schatting 30.000 ME-patiënten mogen niet gedwongen worden CGT te proberen en moeten dan toch in aanmerking blijven komen voor een uitkering.

Er is inderdaad weinig optimisme over de resultaten van cognitieve gedragstherapie en graduele opbouw van activiteiten. De onderzoeken die de werking van deze therapieën zouden moeten onderbouwen zijn de afgelopen twee jaar genadeloos door het ijs gezakt. De PACE-trial is geanalyseerd volgens het oorspronkelijke protocol en blijkt niet tot reële resultaten te leiden.[5] De analyse van 5 veel aangehaalde Nederlandse onderzoeken van Radboud UMC/NKCV toont eveneens aan dat deze onderzoeken geen bewijs leveren voor de bewering dat cognitieve gedragstherapie met een opbouwend programma effectief zou zijn.[6] Ook de recente publicatie over effectiviteit van cognitieve gedragstherapie via internet vormt geen bewijs.[7] Er blijft dus verdraaid weinig bewijsmateriaal over. In die zin zou cognitieve gedragstherapie met een opbouwend programma bij ME en CVS een mooi onderwerp zijn voor de vereniging waar de heer Renckens van 1988 tot 2011 voorzitter van was.

     5. Molière’s mooie toneelstuk La malade imaginaire (de ingebeelde zieke) (het is overigens Le malade) , waarin de hoofdpersoon een imposant ziektebeeld vertoont, maar daaraan toch niet dood gaat, blijft onverminderd actueel. Honi soit qui mal y pense.

De heer Renckens vergist zich als hij, blijkens deze verwijzing naar de ingebeelde zieke, suggereert dat men daaraan niet dood gaat. Er zijn wel degelijk mensen bekend bij wie de ziekte ME als doodsoorzaak is vastgesteld. Dat is toch bijzonder voor een ingebeelde ziekte.

[1] Vercoulen et al. http://www.jpsychores.com/action/showFullTextImages?pii=S0022-3999%2898%2900023-3

[2] Madison Sunnquist. Leonard Jason werking van False Illness Beliefs model is niet reproduceerbaar https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/jclp.22593 .

En de eerdere publicatie van Jason: https://www.researchgate.net/publication/228366737_A_population-based_study_of_chronic_fatigue_syndrome_CFS_experienced_in_differing_patient_groups_An_effort_to_replicate_Vercoulen_et_al%27s_model_of_CFS

[3] Prins 2001 stelde dat ze de Fukuda of CDC criteria gebruikte met uitzondering van de bijkomende verschijnselen. Daarmee gebruikte ze dus niet de Fukuda criteria maar de Oxford criteria voor langdurige vermoeidheid: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11265953

[4] Diagnostiek bij M. Parkinson. www.Parkinsonnet.nl

[5] Over de PACE-trial https://bmcpsychology.biomedcentral.com/articles/10.1186/s40359-018-0218-3?platform=hootsuite

[6] Een analyse van 5 kenmerkende Nederlandse onderzoeken: http://www.oatext.com/pdf/GMO-1-117.pdf

[7] Over cognitieve gedragstherapie via internet https://www.cambridge.org/core/journals/the-british-journal-of-psychiatry/article/efficacy-of-webbased-cognitivebehavioural-therapy-for-chronic-fatigue-syndrome-randomised-controlled-trial/5D0DAAB8740D23688778FD2239317101#fndtn-comments

Vragen bij ME advies Gezondheidsraad

 

Betreft: Vragen bij ME advies Gezondheidsraad. Tekst aangepast 19-3-2018

 

Op 19 maart 2018 presenteert de Gezondheidsraad zijn advies omtrent Myalgische Encefalomyelitis (ME).

Gezien de ontwikkelingen omtrent wetenschappelijk onderzoek in Nederland, was het onontkoombaar dat het advies aansluit bij het eerder uitgebrachte rapport van het Institute Of Medicine (nu NAM). Dat rapport stelt dat ME een complexe fysieke systeemziekte is en zeker geen psychische aandoening.

Dat is een mooie constatering, een grote felicitatie waard, en een definitieve breuk met het verleden dat werd gedomineerd door niet wetenschappelijk onderbouwde illness beliefs van een groep zeer nadrukkelijk aanwezige vermoeidheidswetenschappers uit psychosomatische hoek.

Een probleem wordt nog steeds gevormd door de aanbevolen diagnostische criteria. Een groot aantal ME-patiënten valt buiten de SEID criteria. Tegelijkertijd worden groepen patiënten met andere aandoeningen die tot dezelfde klachten leiden onvoldoende uitgesloten. In het rapport wordt een overzicht van de verschillende criteria naast elkaar gegeven. Dat vraagt zeker nog aandacht voor de toekomst.

Aanvullend op het rapport wil ik de situatie van gezinnen met kinderen met ME expliciet benoemen. Er zijn meerdere gevallen bekend waarin deze gezinnen geconfronteerd worden met aanmelding bij Veilig Thuis of bij de Raad voor de Kinderbescherming omdat de ouders het kind ziek zouden houden of niet voldoende zouden stimuleren behandeling te volgen. Voor de professionals die hierbij betrokken zijn geldt ook: ‘In dit licht is de commissie van oordeel dat CGT bij ME/CVS niet te beschouwen is als een naar algemeen medische maatstaven adequate behandeling waartoe patiënten verplicht kunnen worden. ‘

In het verlengde van deze constateringen, verdienen de volgende zaken dringend aandacht:

  1. De huidige richtlijn CVS moet met onmiddellijke ingang buiten werking worden gesteld en een nieuwe richtlijn moet worden ontwikkeld. Niet alleen is de daarin aanbevolen therapie (CGT en GET) ineffectief, maar er zijn ook bewijzen dat deze behandeling schadelijk is.
  2. Het ontbreekt in Nederland aan adequaat biomedisch onderzoek.
  3. Het is van groot belang bij wetenschappelijk onderzoek en bij het formuleren van een richtlijn de onderzochte patiëntengroepen scherp te onderscheiden en te beschrijven.
  4. Er is in Nederland geen adequate behandeling voorhanden.

Om het bovenstaande te kunnen aanpakken is eerst een oplossing nodig voor de volgende problemen. Hiervoor is speciale aandacht nodig en een besluit van de Vaste Tweede Kamercommissie VWS:

Herziening van de richtlijn

  1. Bij de totstandkoming van de richtlijn CVS had het CBO de lead. Het CBO bestaat echter niet meer. Het is noodzakelijk dat een onpartijdig en deskundig instituut wordt aangewezen om tot een nieuwe richtlijn te komen. Dit kan niet aan het veld worden overgelaten.
  2. Het moet volkomen helder zijn voor welke diagnosegroep  de richtlijn is bedoeld. Voorkomen moet worden dat patiëntgroepen worden vermengd.
  3. Zolang we de onderliggende oorzaak van ME niet precies kennen, kan het doel voor nu alleen zijn: voorkomen van onnodige schade en verlichten van de symptomen.
  4. Een belangrijk onderdeel is ook voorlichting aan alle professionals (ook in opleiding) die afgelopen decennia op het verkeerde been zijn gezet.
  5. Een nieuw samen te stellen richtlijncommissie kan niet uit dezelfde partijen bestaan als de richtlijncommissie CVS die gedomineerd werd door het NKCV/Radboud Universiteit en UMCU. Noch kunnen daarin deelnemers participeren die de psychosomatische benadering voorstaan. Immers: if you do what you always did, you will get what you always got. Op het moment dat de Tweede Kamer de samenstelling aan het veld overlaat, is de verwachting dat dezelfde partijen weer aan tafel schuiven.

Gezien de fysieke aard van de ziekte moeten de deskundigen komen vanuit de immunologen, neurologen, huisartsen en vanuit de patiëntengroeperingen. In verband met het gebrek aan kennis in Nederland is het aan te bevelen ook een expert uit de Verenigde Staten of Noorwegen te benaderen. De Nederlandse vereniging voor gedragstherapie en cognitieve therapie VGCT kan geen enkele plaats in de richtlijncommissie hebben, noch auteurs van de Nederlandse wetenschappelijke vermoeidheidsonderzoeken die aantoonbaar ernstige tekortkomingen vertonen.

Biomedisch onderzoek

  1. Er is grote behoefte aan biomedisch onderzoek naar diagnostiek en behandelmogelijkheden voor ME.
  2. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd door een universiteit/onderzoeksgroep die de ziekte objectief kan benaderen. Aansluiting bij buitenlands biomedisch onderzoek (b.v. Stanford University, Open Medicin Foundation) is daarbij noodzakelijk. In Nederland valt te denken aan het neuro-immunologisch onderzoek dat aan de Erasmus Universiteit plaatsvindt (Drexhage).
  3. Bij wetenschappelijk onderzoek is het van belang de onderzoeksgroep(en) duidelijk te definiëren. Doe ook specifiek onderzoek naar de groep die voldoet aan de Ramsay criteria.

Behandeling

  1. De behandeling moet gericht zijn op onderzoek naar de oorzaken en op verlichting van alle bijkomende kwalen zoals stoornissen in het spijsverteringskanaal, problemen met het hart en de bloeddruk, slaapproblemen, ernstige immuunreacties, migraine-aanvallen, etc.
  2. De behandeling zal moeten worden uitgevoerd door specialisten die biomedische kennis ontwikkelen en die draagvlak hebben bij de patiënten. Wat dat betreft hebben NKCV, Radboud UMC, AMC/VU, UMC Utrecht (kindergeneeskunde) en UMC Groningen (leerstoel psychosomatiek) zich op voorhand gediskwalificeerd als gevolg van ernstig mankerend wetenschappelijk onderzoek, een niet onderbouwde gedragstherapeutische of psychosomatische benadering vaak gecombineerd met misleidende uitlatingen in de pers.